Joke: We hebben rust en vrede in ons hart, ons leven draait niet meer om onszelf

Rob en Joke staan volop in het leven. Met een eigen bedrijf en de zorg voor hun kinderen en pleegkinderen is er altijd genoeg te doen. Maar als Joke haar baan in de horeca opgeeft, begint er iets te knagen. Is dit nu alles? In de tijd die volgt, ontdekken Rob en Joke elk op hun eigen manier dat er méér is. En elke stap op die weg lijkt van boven bevestigd te worden…

Joke en Rob groeiden beiden op in een niet-christelijk gezin. Tot een jaar of vijf geleden waren ze helemaal niet met het geloof bezig. Tot er iets veranderde in hun leven. Joke had een baan in de horeca. Die was echter door het late avondwerk niet meer te combineren met het gezin, dus besloot ze ermee te stoppen. ‘Daardoor kwam ik plotseling in een dal terecht,’ vertelt Joke. ‘Ik had geen plezier meer in het leven. Was dit nu alles? Mijn keyboardlerares, die christen was, zei toen: “Waarom ga je niet op zoek naar wat de bedoeling is van je leven? Wie zoekt, zal vinden.” Diezelfde week kwam er een vrouw naar mij toe, die vroeg of ik zin had een paar keer per week samen te wandelen. Dat gingen we doen. Deze vrouw was ook gelovig en dat maakte me nieuwsgierig naar God.’

Bestaat God echt?

Op een zondag gaat Joke met haar wandelvriendin mee naar de kerk. ‘Ik had thuis gebeden: “Nou, God, als U echt bestaat, laat er dan iets gebeuren waardoor ik dat weet. Toen kwam er door één raampje van de kerk één zonnestraal en die verlichtte alléén mij. Dat zag ik echt als een teken van God.’ Wat voor Joke de doorslag geeft, is de komst van hun eerste blijvende pleegkind. Na vier jaar crisis-opvang, waarin zeven kinderen kwamen en gingen, vinden ze het voor hun eigen drie kinderen beter om over te gaan op langdurige pleegzorg.

Aan zo’n plaatsing gaat altijd een lang kennismakingstraject vooraf. Maar op een dag krijgt Joke een telefoontje dat er direct een adres nodig is voor een driejarig meisje. Binnen een uur moet ze beslissen. ‘In paniek belde ik Rob op en die reageerde laconiek: “Komt wel goed.” Maar dat konden we toch niet zomaar beslissen? Dus ik belde mijn vriendin, en die zei: “Joke, vraag het gewoon aan God.” Ik ging bij de tafel zitten en deed wat ze had aangeraden. Op dat moment voelde ik een hand op mijn rug, zo van: “Ik zal zorgen dat het goed komt.” Toen kon ik niet meer ontkennen dat God bestaat.’

Joke praat er verder over met haar vriendin, en die vertelt haar over de Heer Jezus en dat ze door Hem een relatie met God kan krijgen. Jezus is gestorven voor de zonden van de mensen. Ze mag vergeving vragen voor de dingen die ze verkeerd gedaan heeft, en Hem in haar hart vragen. Dat doet Joke.

Rust én eenzaamheid

Jokes beslissing brengt haar rust, maar ook eenzaamheid. Ze voelt zich alleen in haar huwelijk, want zij is helemaal vol van haar geloof, terwijl Rob er niets van moet hebben. Hij voelt zich ook eenzaam. ‘Ik vond het helemaal niks: zij vroeg naar de kerk, en ik uitslapen. Joke veranderde.
Er kwam afstand en we hadden confrontaties en discussies.’ Hij is zelfs bang dat het ze hun huwelijk zal kosten.
Om meer te leren gaat Joke een kennismakingscursus over het geloof volgen. Als ze meemaakt dat iemand zich laat dopen (iemand liet zich onderdompelen in een groot waterbad in de kerk), voelt ze zich aangesproken: ‘Als je tot geloof komt, laat je dat zien door je te laten dopen.’ Joke vindt het een moeilijke stap, vooral vanwege Rob. Maar na een lange worsteling besluit ze het toch te doen.

Wat is de waarheid?

Joke wil erg graag dat Rob erbij is, en hoewel hij veel moeite heeft met haar beslissing gaat hij toch mee. ‘Toen Joke boven kwam uit het water, werd ik geraakt. Wat het precies was wist ik niet, maar ik zag een verandering bij Joke. Ook het onderwerp van de preek zette me aan het denken: “Wat als jouw waarheid niet de waarheid is?” Mijn waarheid was altijd wél de waarheid. Maar stel dat ik het mis had, en het geloof waar was?’

De volgende morgen is Rob helemaal van slag, en gaat niet aan het werk. Joke bidt samen met hem: ‘Heer, U ziet hoe Rob twijfelt. Wilt U hem een bevestiging geven waar hij niet omheen kan?’ Die ochtend wil Rob proberen op de gitaar een lied te spelen dat sinds de doopdienst door zijn hoofd gaat, maar hij kan de muziek ervan niet vinden.

’s Middags komt Jokes keyboardlerares op bezoek met een cadeautje voor haar doop. Ze overhandigt het met de woorden: ‘Ik weet niet waarom, maar ik moest dit gewoon kopen. Ik had het gisteren al bij me, maar had echt het gevoel dat ik het vandaag pas moest geven.’ Het blijkt een boek met gitaarakkoorden van liederen te zijn, en ook het lied waar Rob naar op zoek was staat erin! Dit is voor Rob de bevestiging die hij nodig had.

Een totaal andere levenshouding

De volgende dag gaat hij praten met een vriend die christen is. Deze vertelt hem dat de Heer Jezus op de deur van zijn hart klopt en dat hij moet opendoen. Samen bidden ze of Jezus in Robs hart wil komen wonen. Vanaf dat moment wordt ook Rob een trouwe kerkganger. Hij krijgt een Bijbel en leest er heel veel in. Maar na een poosje brokkelt zijn enthousiasme af. ‘Zondags was ik altijd blij, maandags ook nog wel, maar dinsdags ebde het weg en woensdags was ik weer lauw. Ik begon te twijfelen: waarom doe ik het eigenlijk?’

Rob had zich ondertussen bij hun kerk opgegeven voor dezelfde cursus die Joke had gevolgd.
Op een gegeven moment ging het over de Heilige Geest. Rob wist ondertussen van God, en van Jezus Christus, zijn sterven aan het kruis en zijn opstanding. Maar van de Heilige Geest had hij nog nooit gehoord. ‘Toen leerde ik dat als je de Heer Jezus aanneemt, de Heilige Geest in je komt wonen. Je hoeft het niet meer zelf te doen, maar Hij wil je leven leiden.

Daarna waren mijn twijfel en lauwheid weg. Ik heb me toen ook laten dopen. Daar vond ik mezelf eerst niet goed genoeg voor. Maar toen begreep ik dat niemand uit zichzelf goed genoeg is. Jezus is voor mijn zonden gestorven, en die zijn vergeven.’

Totaal veranderd

De stap van Rob en Joke heeft hun levenshouding totaal veranderd: ‘We hebben rust en vrede in ons hart. Ons leven draait niet meer om onszelf, maar we vragen ons bij alles af: hoe zou God willen dat ik het doe?’

Auteur: Elza Oudenampsen
Web: leven.nu
Foto: © Henk-Jan Oudenampsen

NederlandsWeekblad.nl maakt gebruik van cookies